:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Interview >> INTERVIEW DAVID THEWLIS & GARY OLDMAN
INTERVIEW DAVID THEWLIS & GARY OLDMAN
Type: Interview - Datum: 2004-11-22 - Geplaatst door: Werner
Op 27 januari gaven acteurs David Thewlis (professor Lupin) en Gary Oldman (Sirius Black) een interview naar aanleiding van hun rollen in de derde Harry Potter-film.

David, wanneer heb jij de eerste keer over Harry Potter gehoord vooraleer je bij de film betrokken werd?
David Thewlis (DT): Ik had alleen maar een stukje van het boek gelezen en de films gezien. En ik kende Harry Potter natuurlijk uit de media.

Dus je had het boek niet gelezen waar de derde film is op gebaseerd?
Niet voordat ik de rol heb gekregen, dat moet ik toegeven.

Okee, wat dacht je dan van Harry Potter? Dacht je dat het een modegril was, veel geblaat om niets?
DT: Ik was er altijd een fan van, omdat de kinderen er weer door begonnen te lezen. Alle kinderen die ik ken zijn er gek van, en ik ben zelf een drukke lezer. Toen ik jong was, las ik heel veel, dus dacht ik dat al wat de kinderen terug aan het lezen brengt, geweldig moet zijn.

En jij, Gary? Wat had jij op voorhand gehoord van Harry Potter?
Gary Oldman (GO): Ongeveer hetzelfde. Ik had het eerste boek gelezen. Dat had ik tenminste voor op Dave – ik had het boek uitgelezen. En ik had de eerste film gezien. Net zoals Dave vind ik het geweldig: al wat een kind kan wegtrekken van bij zijn Playstation, krijgt mijn stem.
DT: Alhoewel er tegenwoordig ook Harry Potter-spelletjes zijn voor Playstation.

Hebben jullie zelf kinderen, en zijn die fan van Harry Potter?
GO: Mijn zoon Alf is veertien. Dus.

Dus heeft hij de geschikte leeftijd.
GO: En wat de andere twee betreft, Charlie is vier en een half en Gulliver is zes, en ze zijn hier al eens op de set geweest. Natuurlijk helpt het wel dat ze van Harry Potter houden, en dat hun vader daarin meespeelt.

Zijn ze hier enthousiaster over dan over eender wat anders dat je hebt gedaan?
GO: Ja. ik ben de held van de school. Ik heb daar een heel grote voet binnen.

Plotseling ben je een echt toffe vader geworden?
GO: Ja.
DT: Dat is het beste aspect daarvan, denk ik: weten dat de kinderen absoluut een kick krijgen dat je in zoiets meespeelt. Ze krijgen er ademnood van.

Algemeen, wat trok je aan om in de film mee te spelen?
DT: Ik hou veel van kinderfilms; ik heb in een redelijk aantal meegespeeld, en ik vond het altijd een plezier om daaraan mee te doen. Aangezien dit de grootste film in zijn soort is, dacht ik gewoon hoe geweldig dat zou zijn. Ik heb iedereen die erbij betrokken is ontmoet, en ik ben een fan van Alfonso Curaon. Achteraf kijk ik er zonder spijt op terug; ik heb me geweldig geamuseerd bij het draaien van de film.

Wat vind je van Sirius Black? Ik vind hem het meest extravagante karakter uit de boeken.
GO: Alfonso was voor mij als het groot lot. De film ziet er helemaal niet uit als de vorige twee, en het was zeker niet zo dat we een nieuwe Harry Potter-film bij elkaar gebokst hebben omdat er nog een boek was. Het is een echte Alfonso Cuaron-film geworden, en dat was interessant.

Maar was je niet verbaasd om zo’n karakter met een duistere persoonlijkheid als Sirius Black terug te vinden in een kinderboek? Een rol met zo’n duister randje is redelijk zeldzaam voor een kinderboek.
GO: Het is niet de eerste keer dat ik een duister personage speel; dus was het eens leuk dat ik in een film meespeelde die mijn kinderen konden zien.

Was dit je eerste kinderfilm?
GO: Bijna, ja. Het is geweldig om gevraagd te worden voor een film waar je kinderen je aan het werk kunnen zien, en ook dat je een goed personage mag spelen. Ik bedoel; hij is een goeie, maar je denkt dat hij een slechterik is, en ik hield wel van die dynamiek, van die plotwending op het einde.

Waren jullie bang of geïntimideerd om naast acteurs als Maggie Smith of Alan Rickman te spelen?
DT: Nee, het grappige aan meespelen in de derde film, nadat je de eerste twee hebt gezien, is dat je gewoon maar om je heen moet kijken, en dan is het net alsof je in een film meespeelt die je al gezien hebt. Je zit daar in de Grote Hal naast Alan Rickman die Snape speelt, en naast Maggie, en Robbie Coltrane.

De rollen zijn zo exemplarisch geworden dat je je haast moet voelen alsof je in een pretpark bent binnengewandeld.
DT: Ik had de films niet gezien voor ik hieraan begon, en ik ben me beginnen voorbereiden met naar de eerste twee films te zien. En toen ik dan naast Alan Rickman zat, was hij het helemaal, net als in de films. Maar het zijn geen intimiderende persoonlijkheden; ze zijn allemaal geweldig.

Maar had je toch niet het gevoel van de nieuwelingen te zijn in een min of meer op elkaar ingespeelde cast?
DT: Ja, daar zit een kern van waarheid in, maar het is elke keer opnieuw een verwelkoming voor iedereen die aan de vorige films heeft meegewerkt – ongeveer de hele crew, dus. Maar het zijn allemaal vriendelijke mensen.
GO: Het was in dat opzicht een geweldige ervaring. Het was een wonderbaarlijke ervaring: een grote familie die je verwelkomt. Ik weet dat dat wat flauw en gladjes klinkt.

Nee, maar ik het wel geloven. Ik heb nog nooit een zo goed op elkaar ingespeelde ploeg gezien: net een sportteam of een hobbyclub.
GO: En sommige mensen kenden we al. Ik ken Alan Rickman al jaren, en ik heb in 1980 met Robbie gewerkt, in Glasgow, in Pantomime. Het was leuk om elkaar weer eens te ontmoeten.

En de kinderen? Hoe was het om met gen te werken? Hebben ze zich een beetje gedragen?
DT: Ja, ze zijn geweldig, alledrie. Daniel is een ongelofelijk schattige jongen, echt een toffe kerel dankzij wie ik hele goeie nieuwe muziek heb leren kennen. Da’s het beste aan hem.
GO: Ze staan op en ze luisteren naar goeie muziek.
DT: Hij is erg gepassioneerd, en voor een kind van zijn leeftijd heeft hij een goeie smaak. Hij is een aangename jongen.
GO: Hij is erg toegewijd, ernstig in zijn job, kan zich goed concentreren.

Hij zegt dat hij in het bijzonder een grote fan van jouw acteerwerk is. Ik denk dat jij zijn ideel bent. Is het niet raar om te acteren met een kind waarvan je weet dat jij zijn held bent?
GO: Ja, het is een beetje intimiderend.

Dus is het goed dat je zelf een kind hebt, zodat je je van je beste kant laat zien?
GO: Ja, je denkt de hele tijd dat je dit goed moet doen...


Voor de kinderen?
GO: Ja, voor de kinderen. Je moet dit doen voor de kinderen. Ik doe het voor de kinderen. (nvdr. trapt kennelijk een beetje door...)

David, over je rol als weerwolf, denk ik dat jongens soms gefascineerd zijn dat ze een weerwolf zouden kunnen worden. Heb jij ooit een obsessie voor weerwolven gehad?
DT: Nee, nooit.

Nooit?
DT: Nee. Ik heb er eigenlijk nooit over nagedacht.

Je ziet er nochtans sluw genoeg voor uit...
DT: Wel, nu misschien wel, maar ik heb daar heel wat moeite voor moeten doen. Het was leuk om eens gedaan te hebben, en ik kan tenminste zeggen dat ik tenminste één keer in mijn carrière in een weerwolf ben veranderd. Maar het was niet echt comfortabel om te doen; maar wel geweldig leuk. De dag dat we moeten opnemen was een verschrikking. Ik had van die contactlenzen in, waar je amper wat door kan zien, en kwam ik plots van op een zeer donkere set in een verblindend licht dat jou zelfs zou verblinden. Ze hebben de deur van de studio opengezet, en het zonlicht straalde recht in mijn ogen... Ik had mijn tanden nog in...

Gary, vond jij het niet spijtig dat jij geen gedaanteverwisseling mocht doen?
GO: Nee! Ik was opgelucht!

Je hebt jezelf in een hond laten veranderen door de visuele effecten.
GO: Ja, dat hebben ze gedaan toen ik al lang naar huis was. Ik heb mijn deel van het werk gedaan, dus was ik blij dat ik dat niet meer moest doen.

Maar je bent nog nooit een weerwolf geweest.
GO: Ik heb al een weerwolf gespeeld. Dracula ook. Maar in die films deed ik geen gedaanteverwisseling. Je ziet die niet gebeuren. Ik was erg, erg blij dat David dat moest doen en ik niet.

Hoe lang zat je in de make-up?
DT: Zes uur. Ja, zes uur was het langste. Maar dat was maar één dag, godzijdank. Ik heb gehoord dat Jim Carrey voor The Grinch acht weken lang dat elke dag moest doen. En dat moet nog langer geduurd hebben, want bij hem moest heel het lichaam bewerkt worden. Maar bij mij was het zes uur. Ik had wat goede muziek in de achtergrond en vriendelijke mensen bij de grime.

Kunnen ze dat niet doen terwijl je een dutje doet?
DT: Misschien zou je dat wel kunnen doen, maar ik was klaarwakker. Wat je niet in de film ziet is dat ze een soort van geel-roze antenne op mijn hoofd moesten schroeven, die eruit zag als een windmolentje. En het ergst van al is dat ik helemaal in weerwolf verkleed was, en dat rare roze ding op mijn hoofd moest laten staan. En ik denk niet dat het ergens voor diende.
GO: We hebben er eens goed mee gelachen.

Wiens idee was het van Sirius gevangenis-tatoeages te geven?
GO: Ik denk dat dat Alfonso’s idee was.

Ik weet dat er een hoop Harry Potter-merchandise op de markt is. Zou je graag als schnabbel tussendoor wat aan de Sirius Black gevangenis-tatoeages verdienen?
GO: Die schnabbels zijn geweldig. Ik heb een paar van die tatoeages van de set meegenomen in een zakje, voor mijn kinderen .

Hebben jullie nog zaken van de set meegepikt?
DT: Eén van die antennes.

Heb jij die roze antenne meegenomen?
DT: Ja, voor mijn moeder.

Als David echt een animagus zou hebben, welk dier zou je dan denken dat hij zou hebben? Apart van die zaak met die weerwolf, dan, welk dier denk je zou hij van dromen?
GO: Ik weet niet, David heeft een zacht karakter...
DT: Een lama?
GO: Wel, misschien eerder een giraf.

Een giraf?
GO: Een giraf is een groot, benaderbaar dier...

Een groot benaderbaar dier...
DT: Dat is ontroerend.
GO: Ik denk dat David een zekere zachtheid bezit. Als een hert, of zoiets. Ik zou hem als een hert kunnen zien.

Nu dat hij gezegd heeft dat er een zeker zachtheid in je zit, hoe antwoord je daarop?
DT: Ik zou zeggen dat hij een soort vogel is.

De Dementors zuigen er je ziel uit. Dachten jullie dat een eerder licht gecategoriseerde film als Harry Potter zich ooit zou inlaten met een dergelijke intensiteit? En dat uitzuigen van de ziel klinkt nogal moeilijk om op te voeren. Ik zou zeggen dat dat een uitdaging is.
DT: Het is nochtans net het geweldige aan de boeken, dat donkere randje. Ze hebben allemaal die soort van onderstroming van iets erg, erg duisters en dieps, wat waarschijnlijk de reden is waarom de kinderen er zo van houden. Het zijn niet gewoon sprookjesverhalen met een éénzijdig vrolijke kijk op het leven. Het gaat over een jongen wiens ouders werden vermoord, da’s toch nogal een zwaar uitgangspunt voor het gehele verhaal.
GO: Dat is net wat de boeken zo aantrekkelijk maakt: JK Rowling probeert de kinderen niet te patronizeren. Ze is niet bang om een kinderboek te vermengen met occulte thema’s, en ik denk dat de kinderen er net daarom zoveel van houden. En ja, het is een uitdaging om je ziel er te laten uitzuigen. Ik vond die scènes een uitdaging om te spelen.
DT: Het is zeker niet één van de gemakkelijkste scènes.
GO: Nee

Gary, jij staat er van bekend om slechteriken te spelen...
GO: Sommige!

Maar in het begin denken we dat Sirius ook een slechterik is, en dat is hij in feite niet. Was dat één van de dingen die je in de rol aantrok? Een kans om een held te spelen?
GO: Ik denk dat zijn relatie met Harry erg ontroerend is, en de paar scènes die ik samen met hem heb gespeeld, waren ook een deel van de aantrekkingskracht voor mij. Ik krijg niet vaak de kans om dergelijke scènes te spelen. Je ziet mij niet vaak spelen in romantische komedies.
DT: Of kinderfilms.
GO: Of kinderfilms. Dus was het inderdaad verfrissend om zo eens iets te doen en eens een andere kant van mezelf te tonen. Ik weet niet hoe het komt dat ik altijd slechteriken mag spelen. Ik weet zelfs niet hoe dat ooit beginnen is.

Laten we het eens hebben over Alfonso. Dit is uiteraard de eerste (Harry Potter-)film die hij geregisseerd heeft. Zijn jullie fans?
DT: Ja, ongetwijfeld.

En hoe regisseert hij? Wat denken jullie dat zijn gave is?
DT: Hij heeft een erg rustgeveende uitstraling. Elke keer wanneer je op de set kwam, voelde je je alsof jij de persoon was die hij die dag het liefst ontmoette. Daardoor geeft hij je een enorme hoeveelheid zelfvertrouwen. Alfonso is erg gepassioneerd, en erg betrokken. Ik merkte bijvoorbeeld dat, naarmate de tijd verstreek, hij zich meer en meer bekommerde om het hanteren van de camera. Hij is erg, erg energetisch, en een lichtvoetige, humoristische man. Je voelt een enorm vertrouwen in het feit dat hij precies weet wat hij aan het doen is.Als je zijn films kent, dan weet je dat hij een zekere stijl heeft.
GO: En voor zo iemand wil je werken, wil je het beste van jezelf geven. De regisseur bepaalt de sfeer.

In een dergelijke grote productie moet het moeilijk zijn om iemand te vinden die de sfeer en de energie in de film houdt. Alles onder controle houdt.
GO: Maar dat komt van hem.
DT: Zelfs in Schotland; ze zaten daar al drie weken voor ik er toekwam, en het weer was verschrikkelijk. Ik zag hem toen, nadat ik hem een paar weken lang niet gezien had. Hij stond op een heuvel met zijn grote jas aan, in de regen, en zijn baard droop, maar hij lachte nog steeds, en bleef zijn enthousiasme over de onderneming koesteren. Ik had verwacht dat hij compleet gedesillusioneerd zou zijn, en hij het zich allemaal zou hebben aangetrokken. Maar nee. Hij is ook wonderbaarlijk met de kinderen; ik denk dat hij een beetje de mentaliteit van een kind heeft. Hij verstaat de kunst om zichzelf tot op hun niveau tot hen te richten, zonder betuttelend te worden. Ik denk dat hij voor de kinderen een geweldige regisseur was.

En tegelijkertijd het met jullie goed kunnen vinden in een zelfde soort scène?
GO: Maar hij is gepassioneerd, en straalt enthousiasme uit. Hij onttrekt energie uit die passie, en je wordt erdoor aangestoken. Als je maar één goeie dag hebt, dan weet je dat eens dat je op de set bent, Alfonso rond je komt draaien en het beste uit je haalt. Zijn hart zit besloten in de film, en hijzelf ook. Misschien is het omdat hij een Mexicaan is, dat hij deze derde film een heel andere dynamiek heeft verschaft.

Als jullie klaar zijn met het filmen van een prent als deze, moeten jullie nogal geïntrigeerd zijn over hoe het uiteindelijke resultaat gaat zijn?
GO: Toen we de scène met de Shriecking Shack aan het opnemen waren, zaten we drie weken lang op dezelfde set. Daarna gingen we weg om iets anders te doen, en ongeveer twee weken laten kwamen we daar weer terug om bepaalde stukken af te werken. Dat was een uitdaging op zich. We waren op die set, en een ogenblik lang vroeg ik me af hoe men dat samen ging monteren. En er bewegen dan overal camera’s: één hier, één daar, één hierboven, en weet je, uiteindelijk wordy alles op magische wijze één geheel.

(C) Warner Bros, 2004. Vertaling: Werner Peeters


UIT HET ARCHIEF

Andere artikels van hetzelfde type